Participatie en motorische vaardigheden bij kinderen van 5 tot 9 jaar oud met een klompvoet, na behandeling met de Ponseti-methode

Het afgelopen jaar heeft de Fontys Paramedische Hogeschool, in samenwerking met onder andere het Máxima MC, KU Leuven en Stichting Klompvoet Nederland, een onderzoek bij kinderen met een klompvoetje uitgevoerd. Hierin werd gekeken naar het uitvoeren van dagelijkse activiteiten (motorische vaardigheden) en hoe kinderen met een klompvoetje meedoen in het dagelijks leven (participatie). Hoewel deelname aan activiteiten in het dagelijks leven een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van kinderen, was dit tot nu toe niet onderzocht bij kinderen met een klompvoetje. Daarom heeft dit onderzoek gekeken naar wat ouders vinden van de motorische vaardigheden en participatie van kinderen met een klompvoetje, die behandeld zijn met de Ponseti-methode, vergeleken met leeftijdsgenootjes zonder klompvoetje.

Ouders van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 9 jaar, met en zonder klompvoetje, zijn gevraagd om deel te nemen aan deze studie. De ouders hebben online een vragenlijst ingevuld, waarin vragen werden gesteld over hun ervaringen met deelname aan de maatschappij en motorische vaardigheden van hun kind.

In totaal zijn voor 86 kinderen met een klompvoetje en 62 leeftijdsgenootjes zonder klompvoetje de ingevulde vragenlijsten geanalyseerd. Hoewel er variatie zat in de resultaten, is er op de overkoepelende resultaten geen overtuigend verschil gevonden tussen de klompvoetgroep en de controlegroep op zowel motorische vaardigheden als participatie. Wanneer gekeken werd naar de verschillende antwoordcategorieën binnen de vragenlijst, waren er wel verschillen te zien. Wat betreft participatie aan de maatschappij scoorde de klompvoetgroep vergeleken met leeftijdsgenootjes slechter op de activiteiten rondom mobiliteit, maar beter op de activiteiten rondom communicatie en verantwoordelijkheid. Bij de motorische vaardigheden scoorde de klompvoetgroep slechter op de vragen rondom het bewegen in een statische en- / of voorspelbare omgeving. Dit bleek vooral te worden veroorzaakt door een lagere score voor het op één been staan, balans houden, en springen en landen met twee benen. Wanneer kinderen volgens de ouders hoog scoorden op participatie aan de maatschappij, scoorden zij ook goed op de motorische vaardigheden.

 Er zijn dus wel enkele verschillen gevonden wat betreft motorische vaardigheden en participatie tussen kinderen met klompvoetje en leeftijdsgenootjes zonder klompvoetje. Maar over het algemeen geven de ouders aan dat de kinderen met een klompvoetje hoge niveaus laten zien van motorische vaardigheden en participatie aan de maatschappij. In het vervolgonderzoek bekijken we wat de rol van een terugval hierbij is. Meer informatie over dit project vindt u op: FunPartClub: Functie en participatie bij kinderen met klompvoeten | Fontys Hogescholen.

keyboard_arrow_up